G.4.9 Stuw / waterkering (doorvaartopening)

Datum vaststelling: 24-10-2022


Definitie

Een doorvaartopening van de stuw en/of kering wordt gebruikt het regelen van het waterniveau en/of ter bescherming tegen overstroming .
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

Let op : Een stuw die niet doorvaarbaar is, wordt als G.4.2. Dam / stuw gecodeerd! (met DAMCON)

Een stuw/kering is vaak onderdeel van een groter kunstwerkcomplex met sluizen. zie  ook G.4.3 Sluiskolk

Het sluis en stuwcomplex Belfeld
Het sluis en stuwcomplex Belfeld bij hoog water in de Maas

Aandachtspunten

De kering kan met feature gatcon als lijn (L) gecodeerd worden. Dit is vooral zinvol wanneer de waterdiepte informatie op de drempel niet afwijkt van de waterdiepte informatie van het vaarweg of kanaal-pand.

Wanneer de waterdiepte op de drempel bepalend is voor de doorvaart, dan zal de gatcon als vlak (A) gecodeerd moeten worden met DEPARE.

Hoe om te gaan met referentiepeilen zie paragraaf G.4.3 Sluiskolk.

Zie voorbeeld ” werken met OLR ” bij Sluis Weurt paragraaf G.5.4 Sluisdeur.

Het attribute ‘unlocd’ moet zijn ingevuld met de zogenaamde ISRS location code (ISRS, International Ship Reporting Standard). De lijst met beschikbare ISRS-codes , de zogenaamde RIS-index, wordt onderhouden door RWS/CIV.
zie ook uitleg ISRSLocation codes & de RIS index in Nederland


Objectcodering

gatcon (A,L) , C_AGGR()

(M) CATGAT = [2 (flood barrage gate)]
(M) HORCLR = [xx.x] (metres), e.g., 34.2 (doorvaartwijdte)
(C) VERCLR = [xx.xx] (metres) (doorvaarthoogte)
TXTDSC voor bedieningstijden
wtwdis (kilometrering) Voor het invullen van wtwdis wordt de waarde van het hectometerveld uit de ISRS locationcode gebruikt; wel even door 10 delen!

Met de C_AGGR feature dient de bij de stuw horende objecten, met name de schutsluis, aan elkaar gekoppeld te worden. Zo ontstaat een kunstwerkcomplex. Het C_AGGR object bevat het attribuut unlocd waarin de ISRScode geplaatst worden. Deze ISRScode heeft volgens de RIS Index Encodingguide de functie code “lokare”


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen

Objectbeschrijving van sluis & kering Heumen
Deze objectbeschrijving is als voorbeeld opgenomen om te laten zien dat  met de bril van de assetmanager en/of van de operator de informatiebehoefte af kan wijken ten aanzien van de vereiste IENC informatie. Voorbeeld van verschil is het gebruik van NAP als referentievlak. Er zijn natuurlijk ook overeenkomsten! Beschrijvingen van horizontale afmetingen, waaronder maximale toegestane afmetingen zouden geen verschil moeten kennen met de IENC informatie.

Herkenbaarheid stuw onder brug
N.a.v. de aanvaring van de stuw Grave is de herkenbaarheid van de stuw onder de brug aangekaart.  Internationaal zijn de opgedane ervaringen gedeeld via  deze presentatie  IEEG May 2018 Encoding Complex situations v5


Referenties

Wikipedia: Stuw

YouTube  openen (strijken) stuw Sambeek

G.4.5 Sluisdeur

Datum vaststelling: 24-10-2022


Definitie

Een sluisdeur is een trek-, draai-, hef-constructie, dat de waterstand van een sluiskolk regelt.
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

Zie vooral paragraaf G.4.3 Sluiskolk

 


Aandachtspunten

Voorbeeld: Werken met OLR waarden
De Sluis Weurt verbindt het Maas-Waalkanaal met de Waal (ter hoogte van kilometer 887).
De OLR-waarde op kilometeraai 887 volgens de tabel is  5,04 +NAP
De oude sluis (oost)-Drempelhoogte Waalzijde: 3,00 m. + NAP. Dat betekent dat de waterdiepte ter plekke van deze drempel gecodeerd moet worden met de waarde 2,04
De nieuwe sluis (west)-> Drempelhoogte Waalzijde: 1,50 m. + NAP. Dat betekent dat de waterdiepte ter plekke van deze drempel gecodeerd moet worden met de waarde 3,54
In de objectbeschrijving van Weurt  staat deze tekst :
“De drempel van de nieuwe sluis ligt zo diep (1,50 m.) om bij een lage Waalstand toch nog schepen te kunnen schutten met een diepgang van 3,5 m.”

Het ligt voor de hand om de 4 cm inderdaad niet mee te nemen, zodat:
De oude sluis (oost)- Waalzijde met een drempeldiepte (DEPARE) van 2,00 m wordt gecodeerd.  ( DRVAL1 = 2,00 en DRVAL2 = unknown )
De nieuwe sluis (west)- Waalzijde met een drempeldiepte (DEPARE) van 3,50 m wordt gecodeerd.. ( DRVAL1 = 3,50 en DRVAL2 = unknown )

In het INFORM attribuut wordt de OLR-waarde verklaard, bv “OLR kmr. 887 =  5,04 +NAP

In de ENC header wordt bij OLR verdat 38 als sounding datum gecodeerd.
In editie 2.4 is LAT[23] en OLW[45] opgenomen als verdat. 

Bij hefdeuren gelden de zelfde regels als bij doorvaarthoogte bij bruggen.
zie Doorvaarthoogte paragraaf  G.1

Bij hefdeuren kan het attribute ‘unlocd’ worden ingevuld met de zogenaamde ISRS location code (ISRS, International Ship Reporting Standard). De lijst met beschikbare ISRS-codes , de zogenaamde RIS-index, wordt onderhouden door RWS/CIV
zie ook uitleg ISRSLocation codes & de RIS index in Nederland


Objectcodering

gatcon , C_AGGR(), DEPARE


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


 

I.1.5 Vaarwegdiepte – projectdiepte

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Gebied dat de vaargeul beschrijft waarvoor een onderhoudsdiepte is vastgesteld, zijnde  de de nautisch gegarandeerde diepte (NGD) bij een afgesproken laagwaterstand voor het betreffende gebied , bv LAT, OLW en OLR.

Codeerinstructies

 


Aandachtspunten

Een ENC dient een zo goed mogelijke weergave van de werkelijkheid te zijn. De gegevens in een ENC zijn altijd afkomstig van de assetmanager dus de vaarwegbeheerder. Het gaat erom dat de juiste diepte wordt opgegeven waarmee gevaren kan worden. Is deze lager dan de NGD, dan dient deze lagere waarde in de kaart te staan.

Objectcodering

DEPARE(A)
(M) DRVAL1 = [x.x] (meters), e.g., 2.7 or UNKNOWN


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Zie ook :

I.1.1 Diepten ten opzichte één referentievlak

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Gebied met gedetailleerde diepte-informatie ten opzichte van één waterstandreferentievlak ( NIET NAP! maar bv OLR)


Codeerinstructies

EVA codeerinstructie: 53-i-1-1-detailed-depth-referenced-to-one-water-level
EG codeerinstructie:   i-1-1-detailed-depth-ref-tot-one-waterlevel


Aandachtspunten

Op enkele vaarwegen worden regelmatig dieptemetingen verricht. In de IENC publicaties worden deze gemeten dieptes opgenomen als depth contours en depth areas.
Daar waar niet is gemeten (gebied tussen land area en eerste depth contour) wordt UNSARE (unsurveyed area) gecodeerd.

Om bestandsgrootte te voorkomen is in overleg met stakeholders (Inland Ecdis markt en gebruikers) de volgende verdeling van dieptevlakken en contouren overeengekomen : 0 – 7m @0,5m interval, 8m, 9m, 10m, 15m, 20m en 25m.


Objectcodering

DEPARE(A)
(M) DRVAL1 = [x.x] (meters), e.g., 2.7 or UNKNOWN
(M) DRVAL2 = grootste dieptewaarde van het dieptevlak
QUASOU


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Zie ook : C.1.4 ; C.1.6 ; C.1.7