I.3.1 Diepte indicator

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Instrument dat de werkelijke waterdiepte toont tussen het werkelijke waterpeil en de bodem van de vaarweg of geïsoleerde gevaren onder water (bijv. sluisdrempel, onderwaterkrib).


Codeerinstructies

EG codeerinstructie:  i-3-1-depth-indicator


Aandachtspunten

De manier waarop de diepte indicator de werkelijke waterdiepte aangeeft kan analoog zijn (bijv. Door een peilschaal op waterniveau – men kan de werkelijke waterdiepte direct bij het waterniveau lezen) of digitaal (bijvoorbeeld door een display).
De positie van de indicator behoeft kan afwijken van de positie van meetsysteem.

Indien de diepte indicator wordt toegepast, dan is het coderen verplicht.

Aankondiging van een drempel in de vaarweg onder een brug

Bij toepassen van de diepte indicator bij een sluis dan wordt aanbevolen deze ook te koppelen door middel van het C_AGGR-object van die sluis.


Objectcodering

Object Class = sistaw(P)

(M) catsiw = [18 (diepte indicator)]

(M) SCAMIN =  22000


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen

Voorbeeld van een diepte indicator in de IENC

Referenties

I.2.1 Diepte contouren ten opzichte één referentievlak

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Diepte contourlijnen  met gedetailleerde diepte-informatie ten opzichte van één waterstandreferentievlak

Voorbeeld van diepte contourlijnen van een vaarweg

Codeerinstructies

EVA codeerinstructie: 58-i-2-1-depth-contour
EG codeerinstructie:   i-2-1-depth-contour


Aandachtspunten

Op enkele vaarwegen worden regelmatig dieptemetingen verricht. In de IENC publicaties worden deze gemeten dieptes opgenomen als depth contours en depth areas.
Daar waar niet is gemeten (gebied tussen land area en eerste depth contour) wordt UNSARE (unsurveyed area) gecodeerd.

Om bestandsgrootte te voorkomen is in overleg met stakeholders (Inland Ecdis markt en gebruikers) de volgende verdeling van dieptevlakken en contouren overeengekomen : 0 – 7m @0,5m interval, 8m, 9m, 10m, 15m, 20m en 25m.


Objectcodering

DEPCNT(L)

M) VALDCO = [xx.xx] (meters), b.v., 2.74

(M) SCAMIN =  12000


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Zie ook : C.1.4 ; C.1.6 ; C.1.7

I.1.3 Gebied met onderhoudsdiepte

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Gebied waarvoor een (bagger)onderhoudsdiepte is vastgesteld, zijnde  de de nautisch gegarandeerde diepte bij een afgesproken laagwaterstand voor het betreffende gebied , bv OLW en OLR.

Codeerinstructies

EVA codeerinstructie: 54-i-1-3-dredged-area

Let op:
In de vastgestelde Specificaties-IENC-NL is deze wijze van coderen (m.b.v. dredged area )van de vaargeuldiepte  opgenomen. Bij een consultatieronde  met de Inland Ecdis providers is naar voren gekomen dat deze wijze van coderen ongewenste effecten kent bij kaart weergave. ( met name het nachtbeeld). Deze wijze van coderen wordt internationaal ook niet toegepast dus heeft een negatief effect op de doelstelling van publiceren van geharmoniseerde informatie. Internationaal wordt de vaargeul diepte gecodeerd zoals is beschreven bij I.1.5 en is dus de aanbevolen wijze van coderen.

Een “dredged area” kan wel gebruikt worden voor b.v. een havenbekken of ligplaats.

EG codeerinstructie:   i-1-3-dredged-area


Aandachtspunten

Voorbeeld van het coderen van vaarwegdiepte met ” dredge area”. Uit feedback van de serviceproviders is gebleken dat het coderen van de vaarweg met ” dredge area” ongewenst is.

Objectcodering

DRGARE(A)
(M) DRVAL1 = [x.x] (meters), e.g., 2.7 or UNKNOWN


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige/ Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Zie ook :

L.3.3 Afstandsmarkering aan de wal

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Deze afstandsmarkering geeft de afstand aan,  gemeten vanaf een oorsprong en bestaat uit een vaste en zichtbare constructie ( bv bord ) , die wordt gebruikt als referentie langs de waterweg.
(vrij vertaald)


Codeerinstructies

 

EVA codeerinstructie: 78-l-3-2-distance-mark-along-waterway-axis
EG codeerinstructie: l-3-2-distance-mark-along-waterway-axis


Aandachtspunten

Het is mogelijk om ook virtuele afstandsmarkering aan de wal zijde te coderen. Langs rivieren en kanalen wordt dit sterk ontraden omdat dit een overdaad aan (nutteloze) informatie zal veroorzaken.

 


Objectcodering

dismar

 

 


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

 

L.1.5 Zone met verkeersscheiding

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Een gebied met een verkeersscheidingsregeling vermindert het risico op aanvaring in gebieden met een hoge verkeersinsiteit en / of convergerende verkeerstromen door  verkeerstromen te verleggen in tegenovergestelde of bijna tegengestelde richtingen. (IHO Dictionary, S-32, 5th Edition, 5585)
Een gebied met een verkeersscheidingsregeling is een gebied dat vaarbanen scheidt waar schepen in tegenovergestelde of bijna tegengestelde richtingen navigeren. of waar de vaarbanen zijn gescheiden voor bepaalde klassen van schepen die in dezelfde richting navigeren (IMO Ships Routing, 6th Edition).
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

 

EVA codeerinstructie: 74-l-1-5-traffic-separation-zone
EG codeerinstructie: 


Aandachtspunten

 


Objectcodering

TSEZNE(A)

 


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Wikipedia:

Verkeersscheidingstelsel ;  Verkeersscheidingstelsel op de Noordzee en International Maritime Organization, IMO

zie ook Overheid.nl 

M.1.4 Ligplaats met goederenoverslag

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Een aangewezen plaats, met naam of (oeverfront)nummer, aan de oever van de vaarweg of havenbekken voor het afmeren van schepen, waar overslag van lading plaats kan vinden.
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

 

EVA codeerinstructie: –
EG codeerinstructie:  M.1.4


Aandachtspunten

Wanneer de grenzen van de ligplaats onbekend is moet een breedte van drie scheepsbreedten (± 33,6 meter) worden aangehouden.
Wanneer de grenzen van de ankerplaats bekend is dan dient deze markering geassocieerd te worden met dit gebied  (C_ASSO). Aan de wal is  de ligplaats met de CEVNI tekens E.5 – E.5.15, E.6 E.7 of E.7.1 gemarkeerd. (zie O.3.1. Borden)

Een eventueel bekende minste waterdiepte coderen met DRVAL1.
(Indien DRVAL1 is gevuld ook  QUASOU, SOUACC, verdat coderen)

Bij de ligplaats behorende infrastructuur zoals palen pieren moeten met SLCONS features gecodeerd worden. ((M) CATSLC  en (M) WATLEV )

Een eventuele maximale ligduur dient in het INFORM veld vastgelegd te zijn. In het TXTDSC veld kan eventueel een faciliteiten(bedieningtijden) -xml-bestand, met de ISRS Location code als naam, worden opgenomen.

Indien de al daar te behandelen ladingsoort bekend is, dient dit gecodeerd te worden met attribuut trshgd = [1 (containers), 2 (bulkgoederen), 3 (olie), 4 (brandstof), 5 (chemie), 6 (vloeibare producten), 7 (explosieve goederen), 8 (vis), 9 ( auto’s), 10 (stukgoed)]

Soort ligplaats en de aanduiding of wel of niet schepen met gevaarlijke lading kan worden toegelaten moet worden gecodeerd. (catach, catdng).

Borden bij de klasse van gevaarlijke goederen in overeenstemming met de ADN en CEVNI:
1 (één blauw licht / kegel, CEVNI tekens E.5.5, E.5.9, E.5.13),
2 (twee blauwe lichten / kegels, CEVNI tekens E.5.6, E .5.10, E.5.14),
3 (drie blauwe lichten / kegels, CEVNI tekent E.5.7, E.5.11, E.5.15),
4 (geen blauwe lichten / kegels, CEVNI tekens E.5 4, E.5.8, E.5.12)

NB Op de oever bij de ligplaats met goederenoverslag is vaak een te coderen terminal(s) te vinden. zie G.3.19 Terminal

 

Het attribute ‘unlocd’ moet zijn ingevuld met de zogenaamde ISRS location code (ISRS, International Ship Reporting Standard). De lijst met beschikbare ISRS-codes , de zogenaamde RIS-index, wordt onderhouden door RWS/CIV

zie ook uitleg ISRSLocation codes & de RIS index in Nederland


Objectcodering

berth(A,,), SLCONS(A,L)


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Wikipedia: zie ook Kegelschepen en ligplaatsen

M.1.2 Ankerplaats

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Een gebied waar één schip of samenstel voor anker ligt of kan ankeren
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

 

EVA codeerinstructie: –
EG codeerinstructie:  m-1-2-anchorage-berth


Aandachtspunten

Wanneer de grenzen van de ankerplaats onbekend is moet een breedte van drie scheepsbreedten (± 33,6 meter) worden aangehouden.
Wanneer de grenzen van de ankerplaats bekend is dan dient deze markering geassocieerd te worden met dit gebied  (C_ASSO). Soms is aan de wal dit gebied met de CEVNI tekens E.5 – E.5.15 of E.6 gemarkeerd. (zie O.3.1. Borden)

Een verbod op gebruik van spuds op de ankerplaats moet met attribuut restrn = 38 gecodeerd te worden.

Type ankerplaats en de aanduiding of wel of niet schepen met gevaarlijke lading kan worden toegelaten moet worden gecodeerd. (catach, catdng).

Het attribute ‘unlocd’ moet zijn ingevuld met de zogenaamde ISRS location code (ISRS, International Ship Reporting Standard). De lijst met beschikbare ISRS-codes , de zogenaamde RIS-index, wordt onderhouden door RWS/CIV

zie ook uitleg ISRSLocation codes & de RIS index in Nederland


Objectcodering

achbrt(A)


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Wikipedia: zie ook Rede ankerplaats

M.1.1 Ankergebied

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Een gebied waar schepen voor anker liggen of kunnen ankeren
(vrij vertaald ) .


Codeerinstructies

 

EVA codeerinstructie: niet gevuld
EG codeerinstructie:  m-1-1-anchorage-area


Aandachtspunten

Alleen als punt-informatie coderen wanneer geen begrenzingen bekend zijn.

Wanneer de grenzen van het ankergebied gemarkeerd is dan dient deze markering geassocieerd te worden met dit gebied  (C_ASSO). Soms is aan de wal dit gebied met de CEVNI tekens E.5 – E.5.15 of E.6 gemarkeerd. (zie O.3.1. Borden)
Een verbod op gebruik van spuds in het ankergebied moet met attribuut restrn = 38 gecodeerd te worden.

Type ankergebied en de aanduiding of wel of niet schepen met gevaarlijke lading kan worden toegelaten moet worden gecodeerd. (catach, catdng).

Indien de naam van het ankergebied voor navigatie oriëntatiewaarde heeft, dan deze naam gecodeerd te worden met SEAARE

Het attribute ‘unlocd’ moet zijn ingevuld met de zogenaamde ISRS location code (ISRS, International Ship Reporting Standard). De lijst met beschikbare ISRS-codes , de zogenaamde RIS-index, wordt onderhouden door RWS/CIV

zie ook uitleg ISRSLocation codes & de RIS index in Nederland


Objectcodering

achare(A,P), 


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Wikipedia: zie ook Rede ankerplaats

zie ook overheid.nl 

I.1.1 Diepten ten opzichte één referentievlak

Datum vaststelling: 07-10-2015


Definitie

Gebied met gedetailleerde diepte-informatie ten opzichte van één waterstandreferentievlak ( NIET NAP! maar bv OLR)


Codeerinstructies

EVA codeerinstructie: 53-i-1-1-detailed-depth-referenced-to-one-water-level
EG codeerinstructie:   i-1-1-detailed-depth-ref-tot-one-waterlevel


Aandachtspunten

Op enkele vaarwegen worden regelmatig dieptemetingen verricht. In de IENC publicaties worden deze gemeten dieptes opgenomen als depth contours en depth areas.
Daar waar niet is gemeten (gebied tussen land area en eerste depth contour) wordt UNSARE (unsurveyed area) gecodeerd.

Om bestandsgrootte te voorkomen is in overleg met stakeholders (Inland Ecdis markt en gebruikers) de volgende verdeling van dieptevlakken en contouren overeengekomen : 0 – 7m @0,5m interval, 8m, 9m, 10m, 15m, 20m en 25m.


Objectcodering

DEPARE(A)
(M) DRVAL1 = [x.x] (meters), e.g., 2.7 or UNKNOWN
(M) DRVAL2 = grootste dieptewaarde van het dieptevlak
QUASOU


Prioriteit uitgifte updates:
Dynamisch ( 2 uur – 7 dagen) / SemiDynamisch (2 weken-halfjaar) / Statisch (halfjaar-gepland)
Nauwkeurigheid : Grootschalige / Mediumschalige / Kleinschalige Topografie


Bijlagen


Referenties

Zie ook : C.1.4 ; C.1.6 ; C.1.7