René Visser heeft als Senior adviseur scheepvaartverkeersmanagement-informatie bij Rijkswaterstaat regelmatig te maken met grote uitdagingen, zoals het beschikbaar krijgen van goede en actuele elektronische navigatiekaarten.
Specificaties voor deze navigatiekaarten zijn vastgesteld, maar het realiseren van actuele navigatiekaarten blijkt om extra aandacht te vragen. RWS heeft daarom een programma ingericht voor de realisatie van navigatiekaarten en werkt aan een geheel nieuwe technische opzet voor de productie van navigatiekaarten. Echter om een goede navigatiekaart samen te stellen blijkt daarnaast een bijpassend werkproces een vereiste. Ook is er veel geografische informatie beschikbaar. Maar deze informatie is niet altijd geschikt voor het produceren van een navigatiekaart.
René fascineert zich over het feit dat de navigatiekaarten soms niet up-to-date zijn terwijl de nieuwe situatie bijvoorbeeld al langere tijd van kracht is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Julianasluis. Anderhalf jaar geleden is daar een tweede kolk (doorgang) gerealiseerd maar dit is op geen enkele navigatiekaart terug te vinden. Een schipper heeft dit gemeld en zo kwam de ontbrekende kolk ‘boven water’.
Dit bracht René op het idee om de werking van de navigatiekaarten te toetsen in de praktijk. René krijgt de kans om mee te varen op het containerschip de FOR-EVER die regelmatig heen en weer pendelt tussen Alphen aan den Rijn en Antwerpen.
René vertelt: “Op 12 oktober was het zover en ben ik meegevaren op het containerschip van Meine van de Knaap. Om 6:30 kom ik in het pikdonker aan op de terminal in Alphen aan den Rijn. Door het zwart van de nacht en al die hoge containers is het nog een hele uitdaging om het schip te vinden. Aangekomen bij het schip blijkt dat het in de insteekhaven ligt en achteruit moet varen om in de geul van de Gouwe te kunnen komen.
Ik merk gelijk hoe belangrijk het is om heel nauwkeurig te navigeren. De navigatiehulpmiddelen in de stuurhut, waaronder de elektronische navigatiekaart zien er in het donker indrukwekkend uit. Wat opvalt, is dat de camera’s toch helder beeld geven van de omgeving en het schip. Een welkome aanvulling bij het varen in het donker. Een mooie start want ik ervaar direct de nut en noodzaak van de navigatiekaart en het navigatiesysteem! Even later zijn we veilig in de geul terecht gekomen en varen we zuidwaarts op de smalle Gouwe.
En al snel mag ik ervaren dat de navigatiekaart niet alleen in donker of bij dichte mist een belangrijk hulpmiddel is. Ook wanneer de navigatieruimte voor een schip beperkt wordt is de kaart een belangrijk referentiekader. Zo hebben we beperkte ruimte bij een tegemoetkomend schip die dezelfde aangevraagde brugopening gebruikt, varen we langs wegwerkzaamheden en moeten we secuur navigeren wanneer we in de bocht langs een tegenligger willen varen.
Aangekomen bij Gouda moeten we de spoorbrug passeren. Deze passage met een volgeladen containerschip blijkt een hele onderneming. Op de navigatiekaart zien we dat de doorvaarhoogte 7 meter is en dat betekent dat de mobiele stuurhut moet zakken. Zelfs zo diep dat alle ramen wegzakken in hun frames en we moeten bukken. Er is nog één klein luikje in het dak, waarmee de schipper nog een blik op de buitenwereld kan werpen. De beperkte, donkere ruimte geeft me het gevoel dat we in een duikboot zitten. Opnieuw bijna geen licht meer en we navigeren weer op de kaart en camera’s.
Na een veilige passage van de spoorbrug is het zo ver en naderen we de Julianasluis. Meine vertelt dat hij de schipper is die de klacht over het ontbreken van de nieuwe, grotere kolk (doorgang) heeft ingediend. Nu zie ik met eigen ogen waarom: volgens de navigatiekaart bestaat de nieuwe kolk niet en liggen we op de wal! Bij daglicht en goed zicht is de sluispassage geen echt probleem, maar s ’nachts en in dichte mist wordt de navigatiekaart belangrijk en dan mag de kolk niet ontbreken in de kaart!
Als afsluiter verorberen we bij zonsondergang een heerlijk nasi! Wat een mooie einde van een mooie tocht! Ik ga van boord en sluit de dag af met een voldaan gevoel. Het was een zeer nuttige en leerzame ervaring!
Wanneer ik ’s morgens mijn auto ga ophalen zie ik de terminal voor het eerst bij daglicht. Dan wordt duidelijk dat de informatie van de insteekhaven en terminal ontbreekt op de navigatiekaart. Voor het samenstellen van een goede navigatiekaart is, naast het hebben van goede contacten met collega vaarwegbeheerders, dus ook het hebben van goed contact met particuliere terminals van belang.
Ook moeten we in sommige gevallen kunnen afwijken van de procedure zodat we de doorlooptijden van de verwerking kunnen versnellen. Zo kunnen we bijvoorbeeld bij zo’n wijziging als de Julianasluis ook gebruik maken van de ontwerptekeningen.
Feedback van vaarweggebruikers blijkt dus ook van groot belang en zal bijdragen aan het verhogen van de juistheid en actualiteit van benodigde informatie voor de navigatiekaart. Hiervoor komen steeds meer hulpmiddelen (apps) beschikbaar. Daarnaast vraagt dit ook om een inventieve en flexibele aanpak. Een proactieve organisatievorm vind ik noodzakelijk want als een situatiewijziging van een sluis, haven of brug pas na lange tijd (1-2 jaar) op de navigatiekaart wordt verwerkt heeft dit grote gevolgen voor de “veiligheid en vlotheid” op de vaarwegen.
Ben je benieuwd naar de andere data issues die we zijn tegengekomen? Lees hier het volledige verslag.